Je kindje

Een béétje gek is het wel om nu al te praten over ‘je baby’. Er is immers nog helemaal geen baby, alleen maar een eitje dat aan het rijpen is en aan het eind van deze week loslaat uit de eierstokken. Daar ‘wacht’ de eicel in één van de eileiders op bevruchting door een zaadcel.

Zo’n eicel leeft overigens maar ongeveer 24 uur, dus je begrijpt dat zwanger worden een behoorlijk precisiewerkje is. Want in die 24 uur moet de bevruchting plaatsvinden. Met andere woorden: precies in die 24 uur moet je met elkaar vrijen.

Gelukkig zijn zaadcellen een iets langer leven beschoren: ongeveer 48 tot 72 uur (maar je hebt zaad dat korter of zelfs langer leeft. Heb je dus één of twee dagen vóór de eisprong gevreeën, dan bestaat er een kans dat er toch nog een levende zaadcel aanwezig is die een bevruchting tot stand kan brengen.

Jij

Om de kans op een zwangerschap te vergroten, zou je dus rond de eisprong moeten vrijen. Maar wanneer is dat? Bij een regelmatige cyclus is dat ongeveer rond de veertiende dag. Aan het eind van deze week dus. Wanneer het moment van je eisprong precies is, kun je vaststellen door elke ochtend op hetzelfde tijdstip vóór je opstaat je temperatuur op te nemen.

Na de eisprong stijgt je lichaamstemperatuur met 0,3 graden en vlak voor je menstruatie daalt je temperatuur weer. Het nadeel van deze test is dat het alleen werkt met een zeer regelmatige cyclus. En een beetje omslachtig is het ook wel.

Makkelijker is het om bij de drogist of apotheek een test te kopen die de eisprong berekent. Er zijn diverse testen op de markt. Deze testen meten de hoeveelheid luteïniserend hormoon. Vlak voor de eisprong produceert je lichaam grotere hoeveelheden van dit hormoon. Elke test werkt weer anders, dus laat je wel goed informeren.

Erfelijke ziektes

Als er erfelijke ziekten in je familie voorkomen en je wilt weten wat dat voor consequenties heeft voor jouw zwangerschap of jullie kind, raadpleeg dan het Erfocentrum. Hier kun je terecht met vragen over erfelijkheid, aangeboren aandoeningen, prenatale diagnostiek en vermijdbare risico's.

Niet roken

Als je rookt, komen giftige stoffen als nicotine en koolmonoxide bij het kindje. Ook krijgt het minder zuurstof en voedingsstoffen. Roken tijdens de zwangerschap verhoogt de kans op een miskraam of een vroeggeboorte. Ook meeroken is niet goed voor jou en je kindje.