Je kindje

Je kunt nu steeds meer contact maken met je kind. Als je ontspannen op bed of op de bank gaat liggen en zachtjes met je handen over je buik wrijft of voorzichtig druk uitoefent, komt je kindje naar je handen toe. Misschien lukt het niet meteen, maar als je het een paar keer herhaalt, er even de tijd voor neemt en je concentreert lukt het vast en zeker wel.

En is het gelukt, dan kun je zelfs al een spelletje doen met je kind door je hand telkens een klein stukje te verschuiven. Je kindje komt dan steeds opnieuw naar je hand toe om zich lekker tegen dat plekje aan te vleien. Dit contact maken leer je ook bij haptonomie.

Jij

Moet je wel erg veel plassen en doet het ook pijn, dan kun je een blaasontsteking hebben, een infectie van de blaas en urinebuis. Je urine is dan ook troebel. Als vrouw heb je al meer kans op blaasontsteking omdat je urinebuis kort is en de ingang dichtbij je vagina zit. Maar tijdens je zwangerschap is je afweer anders, waardoor je nog gevoeliger bent voor infecties.

Veel drinken kan een blaasontsteking voorkomen. Laat bij aanhoudende klachten de urine even nakijken door je arts. Misschien voel je je af en toe wat duizelig en licht in je hoofd. Ook dit heeft te maken met je zwangerschap. De vaatwanden van je bloedvaten zijn verslapt, waardoor je bloed trager stroomt en de bloeddruk even kan zakken als je te snel opstaat. Rustig aan dus!

Daarnaast kun je nu te maken krijgen met typische schoonheidskwaaltjes. Bijvoorbeeld couperose. Dit zijn gesprongen adertjes in je gezicht. Helaas is er niet veel aan te doen. Probeer extreme temperatuurwisselingen zoveel mogelijk te beperken. Na je zwangerschap trekt het vanzelf weg.

Ook je nagels kunnen nu sneller afbreken dan anders. Dit is een gevolg van de hormoonveranderingen in je lichaam. Masseer een nagelcrème in en lak je nagels met een verstevigende nagellak. En heb je nu ineens meer last van wallen? Misschien kom je toch niet aan voldoende rust. Ga eens een avondje extra vroeg naar bed. Een ijsklontje op je ogen wil ook wel eens helpen.

Bloedprikken

In de twaalfde week wordt je bloed onderzocht en wordt ook vastgesteld of je rhesus D-negatief bent. Je hebt dan een bepaalde stof in je bloed. Als je inderdaad Rhesus D-negatief bent, dan wordt in deze week nóg eens bloed bij je afgenomen. Het kan namelijk zijn dat je kindje rhesus D-positief bloed heeft. Als tijdens de zwangerschap een beetje bloed van je kindje in jouw bloedbaan komt, kan dat problemen opleveren. Dit is zeer onwaarschijnlijk, want bloedbaan van moeder en kind zijn strict van elkaar gescheiden, maar het kan wel. Je gaat dan antistoffen aanmaken tegen het bloed van je kind. En deze antistoffen kunnen via de navelstreng weer bij je kind komen en hem of haar ziek maken.

Rond deze week wordt gekeken of er in jouw bloed antistoffen zijn aangemaakt. Als dit zo is, dan krijg je binnen een week een injectie, die de kans verkleint dat je lichaam nog meer antistoffen gaat aanmaken.

Na de geboorte wordt er direct een beetje bloed uit de navelstreng genomen om te zien welke bloedgroep je kind heeft. Is hij of zij rhesus D-positief dan krijg je ook een injectie waardoor je lichaam daarna geen antistoffen meer zal aanmaken. Dat is belangrijk voor een eventuele volgende zwangerschap van een rhesus-D-positief kind.

Zwangerschapskleding

Wanneer je voor het eerst positiekleding nodig zult hebben verschilt per vrouw. Over het algemeen kunnen zwangere vrouwen vanaf een week of 15 vaak niet meer al hun normale kleding aan. De maat die jij normaal hebt, kun je meestal ook aanhouden voor positiekleding. Ben je altijd een M dan zal dit waarschijnlijk zo blijven.

Hou er ook rekening mee dat je na de bevalling meestal niet meteen je gewone kleding weer aankunt en je dus nog wel even gebruik zal moeten maken van je zwangerschapskleding.

Vaderschap registreren

Als je getrouwd bent, hoef je voor de erkenning van je kind niets te regelen. Maar mochten jullie niet getrouwd zijn, dan is je partner niet automatisch de officiële vader van jullie kind. Dit geldt ook als jullie wel een samenlevingscontract hebben. Bij de burgerlijke stand kunnen jullie samen - tijdens de zwangerschap- de erkenning van het vaderschap laten opmaken.

Als je dat nu doet, laat je op tijd het vaderschap registeren. Dan is hij niet alleen de biologische maar ook de juridishe vader. Ook al zijn jullie geregistreerde partners, je partner kan beter jullie kind erkennen. Hiervoor moeten jullie samen naar het gemeentehuis (vergeet de paspoorten of identiteitskaarten niet). Bij de erkenning van de ongeboren vrucht kun je de achternaam van jullie kind vastleggen. Als je partner het kind niet voor de geboorte heeft erkend, krijgt jullie baby automatisch jouw achternaam.