Je kindje
De zachte plofjes veranderen steeds meer in echte stootjes, trapjes en stompjes. Die bewegingen zijn nog steeds hard nodig om de spieren van je kind te trainen. Nu kan het nog. Straks heeft je kind veel minder ruimte en is het buitelen voorbij. Voel je het kindje een paar uurtjes niet, dan is hij of zij waarschijnlijk diep in slaap. Als je zachtjes met je handen op je buik drukt, kun je hem of haar wakker schudden.
Misschien kan de verloskundige je ook al vertellen in welke houding je kind nu ligt. Zo kun je zelf herkennen of je het hoofdje voelt, de armpjes, de beentjes of het ruggetje.
De hartslag van je kindje wordt nu trouwens ook steeds duidelijker. Was deze eerst alleen nog via de doptone te horen, nu zou je partner het thuis zelf kunnen horen. De beste plek is ongeveer tien centimeter onder de navel. Niets aan de hand als hij het nog niet hoort, het is nog best vroeg in de zwangerschap. Met 28 weken hoort hij het vast en zeker.
Jij
Elke keer als je bij de verloskundige op controle komt, kijkt ze hoe hoog je bloeddruk is en houdt ze deze bij op je zwangerschapskaart. Een zwangerschap vormt namelijk een extra belasting voor je lichaam en dat zou een hoge bloeddruk kunnen veroorzaken. En een te hoge bloeddruk kan weer voor problemen zorgen aan het eind van je zwangerschap.
Ook kan een hoge bloeddruk duiden op zwangerschapsvergiftiging. De gynaecoloog zal je in dat geval verder begeleiden, want bij zwangerschapsvergiftiging werkt de placenta minder goed en dat is slecht voor je kindje.
Een hoge bloeddruk voel je zelf niet. Wél kan het zijn dat je wat meer vocht gaat vasthouden en je voortdurend hoofdpijn hebt of sterretjes ziet, maar het zelf herkennen is heel lastig. Vandaar dat je verloskundige dat altijd controleert. Als je bloeddruk aan de hoge kant is, zal ze je waarschijnlijk adviseren om wat meer rust te nemen. Ook veel water drinken is goed voor je.
Hoe en waar ga je bevallen?
Misschien heb je er al lang over nagedacht of wil je er juist niet aan denken. In ieder geval zul je er uiteindelijk toch echt aan moeten geloven: de bevalling. Waar wil je bijvoorbeeld bevallen: thuis of in het ziekenhuis. En hoe wil je je kind ter wereld brengen? Bijvoorbeeld in bad, op de baarkruk of gewoon op bed. Ook kun je nu goed met je partner bespreken hoe hij je kan begeleiden . Je kunt ook de hulp van een bevallingscoach inroepen.
Flesvoeding
Vaak wordt er in bladen en op websites alleen maar geschreven over het geven van borstvoeding. Maar wat als je nu al weet dat je geen borstvoeding kunt of wilt gaan geven? Wat voor flessen moet je dan bijvoorbeeld aanschaffen? Koop gewoon een paar standaard flessen, het maakt niet uit van welk merk. Koop in ieder geval wel twee flessen, zodat je met de één kunt voeden terwijl je de ander uitkookt of steriliseert.
Je hebt ook kleinere flesjes, speciaal voor kleinere hoeveelheden. Ook bestaan er verschillende spenen van verschillende merken. Gebruik voor de eerste periode het kleinste speentje voor pasgeboren baby’s. Verder is het uiteindelijk een kwestie van proberen welke speen en fles het best bij jouw baby past. Ook handig: een flessenwarmer en een sterilisator voor in de magnetron.
Borstvoeding
Ook als je graag borstvoeding wilt geven, is het handig om wat flesjes in huis te hebben. Ga je bijvoorbeeld straks weer werken en wil je gaan kolven? Dan kun je na zes weken de baby laten wennen aan het drinken van afgekolfde moedermelk uit een flesje. Moedermelk kun je het best opwarmen in een flessenwarmer, niet in de magnetron.