Temperatuur

De lichaamstemperatuur van de pasgeboren baby moet tussen de 36,5 °C en de 37,5 °C zijn. Belangrijk is, dat de temperatuur van de baby tussen deze waarden blijft. De eerste 24 uur na de bevalling kan de baby er moeite mee hebben de temperatuur op peil te houden. Daarom wordt geadviseerd om de temperatuur de eerste dag meerdere malen op te nemen. Als je het niet vertrouwt of daarover advies wilt, mag je altijd contact opnemen met de verloskundige.

Voeding

Als je borstvoeding geeft, mag je de baby de borst geven als die smakgeluidjes begint te maken. Geadviseerd wordt om de de baby de eerste dagen na de bevalling vaak aan de borst te leggen om zo de borstvoeding goed op gang te laten komen. Er mag echter nooit meer dan 6 uur tussen twee opeenvolgende voedingen zitten.
Als je flesvoeding geeft, mag je de baby al een paar uur na de bevalling voor het eerst een fles met 30 cc geven. Tussen twee opeenvolgende voedingen mag maximaal 4 uur zitten. De baby geeft vaak zelf al eerder aan dat hij aan een nieuwe fles toe is.
Op de verpakking van de flesvoeding staat hoe je de voeding klaar moet maken. Ook de kraamverzorgster kan je hier uitleg over geven.
De eerste 24 uur na de bevalling zijn pasgeboren baby's vaak misselijk, waardoor ze niet goed willen drinken. Hier hoef je niet ongerust over te zijn. Dit is normaal. Een baby heeft reserves en mag in de eerste dagen na de bevalling 10% van zijn lichaamsgewicht kwijt raken. Als je het niet vertrouwt, mag je altijd contact opnemen met de verloskundige.

Kreunen

Als de baby harde, kreunende geluiden maakt kan het zijn dat hij pijn heeft. Neem altijd contact met de verloskundige op, als de baby kreunt.