Bloedverlies

Eén op de vijf  vrouwen wordt in de eerste 16 weken van de zwangerschap met bloedverlies geconfronteerd. In de helft van deze gevallen eindigt de zwangerschap in een miskraam. Een miskraam is een spontane abortus (afbreking) van de zwangerschap tot 16 weken. In de spreektaal staat het woord abortus voor een opzettelijke zwangerschapsafbreking maar dan is sprake van abortus provocatus. Dat is de reden, dat het woord 'abortus' met enige terughoudendheid gebruikt wordt bij ouders die ongewild een zwangerschap verliezen.

Miskramen ontstaan meestal door een chromosoomafwijking van het embryo, die bij de bevruchting is ontstaan. Deze afwijking is zelden erfelijk en heeft geen invloed op volgende zwangerschappen. Miskramen zijn dus niet het gevolg van lichamelijke inspanning zoals fietsen of gemeenschap. Ook worden ze niet veroorzaakt door een inwendige echo.

Bij bloedverlies is het niet zinvol een zwangerschapstest te doen, om te zien of er sprake is van een miskraam. Deze test geeft soms tot een maand na het afstoten van de vrucht nog een positieve uitslag, omdat het zwangerschapshormoon hCG nog in het bloed aanwezig is. Miskramen kunnen vaak wel door het maken van een echo opgespoord worden. Voor de 7 weken heeft een echo vaak nog weinig zin. Let op: een echo bij bloedverlies is altijd een momentopname en zegt niets over het verdere verloop van de zwangerschap.

Neem bij bloedverlies in het begin van de zwangerschap even contact op via telefoonnummer 06 39 45 68 14.